Inleiding:
Eerst wat begrippen
- Trimtafel. Deze moet er duur uitzien en minstens 200 Euro gekost hebben. Onzin! Keukentafel, tuintafel, campingtafel, alles is goed. Als de hond maar stevig staat op een voor u prettige hoogte. Denk pas aan die trimtafel als u meer ervaren bent en weet wat u wilt.
- Trimmen. een mooi woord voor bijwerken. Denk aan de grastrimmer, de baardtrimmer enz. Het woord geeft aan wat er gebeurt, niet hoe het gebeurt. In de volksmond omvat het trimmen van de hond alles wat aan de vacht van de hond gedaan wordt, van plukken tot scheren. Ik kom er nog op terug.
- Strippen. Een mooi woord voor al je kleren uitdoen, bij honden kun je de kleren met de bovenvacht vergelijken. Ook hier kom ik op terug.
- Plukken. Een woord wat duidt op handwerk, de haren (met beleid) uit de vacht trekken met de vingers.
- Trimmes. Een fouter woord bestaat niet. een mes moet snijden, met een trimmes moet je van alles kunnen maar absoluut niet snijden. Ik heb het woord niet verzonnen. Een trimmes is een hulpmiddel bij het plukken met de vingers. Het mes wordt gebruikt als afzetmogelijkheid voor de duim, om er haren mee te plukken, niet te snijden.
- Bovenvacht. De haren die je ziet bij een ongetrimde hond. Deze haren zijn als het goed is stug en worden langer en langer , tot ze met heel weinig moeite of zelfs vanzelf loslaten van de huid.
- Ondervacht. De naam zegt het al: onder de bovenvacht groeit een ondervacht. Hij zou dicht en wollig moeten zijn, met als doel warmte en koude isolatie.De ondervacht is meestal donkerder dan de bovenvacht. De haren worden minder lang als van de bovenvacht.
Al eerder werd gesproken over de vacht, hoe hij zou moeten zijn, meestal en ongeveer zijn veelgebruikte termen in dit stukje. Het gebeurt regelmatig dat er iets schort aan de vacht; de kwaliteit van de ondervacht is slecht of de ondervacht is in mindere mate aanwezig of ontbreekt soms geheel. Een bovenvacht kan soms enorm moeilijk te trimmen zijn Als een van deze dingen bij uw hond het geval is, zult u dit stukje met een andere bril op moeten lezen. Hoe u erachter komt wat voor type vacht uw hond heeft? Vraag advies bij uw fokker, hij of zij zou u op weg moeten (laten) helpen. Tekst gaat verder onder de foto's
Het kan nooit zo zijn dat u kunt leren trimmen uit een boekje, dit is slechts bedoeld als een houvast. Om te leren hoe te plukken, met de diverse soorten ‘gereedschappen’ om te gaan, zult u het zelf moeten zien en vooral zelf moeten proberen. Trimmen kunt u beslist zelf, maar u zult wel moeite moeten doen. Stap eens naar iemand toe, waarvan u vindt dat hij/zij een mooie hond heeft en vraag maar raak. U zult ontdekken dat de meeste mensen die hun hond zelf trimmen hier laaiend enthousiast over zijn en al hun kennis met u willen delen. Bezoek eens een trimdag, regelmatig georganiseerd door de NITC. U kunt hier een hele middag lang trimmen, vragen stellen en waar nodig geholpen worden, samen met iedereen die het ook (beter) wil leren.
Maar dan..
Hoe vaak?
Het is maar wat u wilt. Hoe wilt u dat uw hond eruit ziet? Wilt u 2 of 3 keer per jaar heel veel werk of vindt u het leuk iedere week een half uurtje extra met uw hondje bezig te zijn? Hier komt het verschil: wilt u strippen of trimmen? In de tijd dat ik mijn eerste Iertje had stripte ik hem 2 keer per jaar. Tegen de tijd dat het nodig was zag hij er niet meer uit met overal lange haren, met een plomp uiterlijk. Niets meer wat leek op de racy verschijning die hij hoorde te zijn. Ik begon op vrijdagavond en moest maandagavond na het werk nog even de puntjes op de i zetten. Echt een bult werk voor een onervaren iemand en geloof me: echt ervaren word je ook niet op die manier, met 1 hond tenminste. Pas veel later kwam ik erachter dat het ook anders kon. Na een stripbeurt bij een bevriende fokker het advies gekregen: “ga er morgen aan verder!” Ik was echt verbaasd, “Hij is toch klaar nu? Er staat zowat geen haar meer op!” . “Hij is nooit klaar” was het antwoord, “ga er mee door, begin met de haren die we vandaag vergeten zijn, er staan er altijd nog wel een paar”. Zo kon ik met een schone lei beginnen, mezelf wat oefenen met de beweging van het plukken zonder dat er al te veel druk op lag bij mezelf en bij mijn hond. Iedere week even op tafel, even bijwerken (trimmen!) , de langste haren (over de hele hond) eruit, brave hond en ga maar weer spelen. Totdat ik tot mijn schrik merkte dat de haren sneller groeiden als ik ze eruit kon halen. Maar weer gebeld met bevriende fokker, help! Goed, kom maar. Er is wel iets veranderd: Vanaf nu is strippen eigenlijk niet meer mogelijk. Omdat ik iedere week haren verwijderd heb, zijn er ook iedere week nieuwe haren teruggekomen.
Als u vandaag 1 haar eruit trekt, zult u over een week of 8 op dezelfde plek weer een nieuwe haar zien. Deze moet groeien en groeien tot hij lang genoeg is om weer geplukt te worden. Op dit moment bestaat de vacht van mijn hond uit veel lange haren , maar ook haren die nog maar een paar weken oud zijn. Als ik nu dus mijn hond ga strippen, pak ik er haren uit die daar nog niet aan toe zijn en dat doet pijn. Nu moet er echt met beleid getrimd worden. Voor een ervaren trimmer is dat geen enkel probleem, zelfs makkelijker, want er hoeft minder geplukt te worden. Wees niet bang om een fout te maken, een kale plek groeit vanzelf weer dicht! Soms komt er gewoon een moment voor een beginnend trimmer: nu is het teveel, er staat teveel haar op, er moet iets gebeuren. Probeer op dat moment bij uw fokker terecht te kunnen of bij iemand anders met veel ervaring waar u mag meekijken. U zult merken dat hoe verder u komt, hoe meer en hoe gerichter u dat meekijken zult doen. Bij de meeste mensen wordt het een hobby, bij sommigen zelfs een manie.
Is de vacht weer kort gezet met de hulp van deze of gene, begint het spel weer van voren af aan. Het is de kunst in een soort cyclus terecht te komen door iedere week de langste haren eraf te halen en tegen de tijd dat u rond bent opnieuw te kunnen beginnen. Hierdoor ziet uw hond er altijd verzorgd uit met haren variërend in lengte van 1 mm tot ±4 cm, of als ze eerder uitvallen, korter.
De grote verwarring
Dit verhaal is zeer theoretisch. Dit verhaal gaat over leuke mensen met fijne honden die goed te trimmen zijn. In werkelijkheid zijn er altijd uitzonderingen, honden met een wat mindere kwaliteit vacht, een vacht die heel los zit of juist heel vast. Er zijn honden die weinig of geen ondervacht hebben, er zijn honden die niet te hanteren zijn op tafel, omdat ze de baas in huis zijn.
Een exposant (iemand die naar een tentoonstelling gaat met de hond) is ook een uitzondering. Die exposant wil dat de hond er piekfijn uitziet, geen haartje mag verkeerd zitten en die besteedt daar uren, zo niet dagen werk aan. Vaak wordt daar de neus wat voor opgetrokken in de trend van: dat is wat overdreven hoor, voor mij hoeft dit niet. Prima, geen probleem, als we elkaar maar in onze waarde laten!
Met bovenstaand verhaal in de hand, haren moeten geplukt (en niet gesneden) worden, samen met de beschrijving per onderdeel zou u (nogmaals) theoretisch uw hondje in tentoonstellingsconditie moeten kunnen krijgen. Dit is in de praktijk vrijwel ondoenlijk. Er wordt echt wel eens een haartje geknipt of gesneden op plaatsen waar u dit volgens dit verhaal niet zou moeten doen, maar de hond wordt er weer net iets mooier van in de ogen van de exposant. Waarom ik dit zeg? Niet om iemand tegen de schenen te schoppen maar ik weet uit eigen ervaring dat u als beginnend trimmer die probeert de basisregel vast te houden van het trimmen, de haren plukken, niet snijden, op een dag naast een hond komt te staan die zo mooi getrimd is dat u de haren uit uw hoofd trekt en denkt: hoe kan dit? Dit lukt mij nooit! Geef de moed dan niet op, het in tentoonstellingsconditie brengen van uw hond is een verhaal apart en wel degelijk specialistenwerk. U mag met veel minder genoegen nemen en met veel oefenen en veel geduld groeit u met uw trimwerk vanzelf naar een Iertje zoals u hem graag ziet. Hopelijk beleeft u er heel veel plezier aan.
Tekst: Jos Bakker
Foto's en trimming: Peter Jaspers.